The Dutch Grammar Forum

AlbertoHunter wrote: ↑Wed Oct 28, 2020 6:47 am I have been doing an exercise on Conjunctions. The first sentence is the given sentence and the instruction is to change the sentence to perfectum (past tense) and then make a sentence starting with the subordinate "omdat".

I hope I had done it right. There are twenty questions and I only did half of it. Thank you very much for checking for me.

1. Zij gaat aanstaande zaterdag met twee vriendinnen winkelen.

Zij is vorige zaterdag met twee vriendinen gaan winkelen. (Correct)
Omdat zij vorige zaterdag met twee vriendinen is gaan winkelen, is zij op zondag uitrusten. (This one is a little bit tricky: here you need to use the auxiliary verb 'gaan' and when it comes to rules about using 'gaan' the rules can be complex. In this case the word is used when you (or somebody else) is planning to do something. In this case: going to rest (uit gaan rusten). You did it correct in the first part of the sentence (gaan winkelen), but you have to repeat that in the second part: is zij op zondag gaan uitrusten.
Another possibility would have been this: bleef zij op zondag uitrusten.)

2. Mijn vriend haalt me vanmiddag van mijn werk op.

Mijn vriend heeft me afgelopen week van mijn werk ophalen. (You didn't use the past tense of the verb 'ophalen' here. It should be 'opgehaald')
Omdat mijn vriend afgelopen week van mijn werk heeft me ophalen, is zij laat naar huis aangekomen. (Several mistakes, but no big ones.
- 'Me' needs to go forward on the sentence: '... me afgelopen week' OR (but less common) '... afgelopen week me'
- 'Ophalen': same mistake as the previous sentence ... 'opgehaald'
- 'naar huis aangekomen' ... that combination is wrong. Problem is that you combine a movement (naar huis) and a place (aangekomen). That's a strange combo. The message is about someone going some place and already being there. If you leave out 'naar' it would be much better, but then you'd have to use 'thuis' as destination: is zij laat thuis aangekomen. Another possibility: is zij laat thuis gekomen. That would explain the consequence of your friend bringing you home. And that's basically what you're trying to say in all these sentences: because this happened, that's the consequence)

3. Tijdens hun reis dit jaar naar Thailand leren zij veel leuke mensen kennen.

Tijdens hun reis vorige jaar naar Thailand hebben zij veel leuke mensen leren kennen. (Almost perfect: 'vorige' should be 'vorig'. In this case 'vorig' is not an adjective but part of the date (when? 'vorig jaar'). As an adjective it would be: het vorige jaar)
Omdat tijdens hun reis vorige jaar naar Thailand, hebben zij veel leuke mensen leren kennen. (Same error)

4. Ik moet vanaVond overwerken.

Ik ben gisteravond moet overwerken. (This is one where you need to use a series of verbs or work around it. You used the wrong auxiliary verb: 'zijn' (in thise case 'ben' <-- very good) should be 'hebben' (ik heb). Ik heb ... moeten overwerken. These last ones should be the whole verb ('moeten' and 'overwerken')
Omdat ik gisteravond moet overwerken, ben ik vandaag moe. (One minor mistake: 'moet' should be past tense also .... so 'moest')
Btw you're a bit cheeky here: you went from 'vanavond' to 'gisteravond' which makes it seem further back in time. I can understand why you choose that word, but overall it doesn't make a difference. It would still mean the shift was over and you refer to it as something that happened in the past ... no matter how long ago

5. Ik laat me over zes maanden naar BME in Nederland overplaatsen.

Ik ben afgelopen zes maanden naar BME in Nederland laten overplaatsen. (This is a wrong combination. You ignored 'me' in the original sentence. That's important, because it means that the person is being placed somewhere.
There are two possibilities here:
- Ik ben ... overgeplaatst (with which the person basically tells you what happened)
- Ik heb me ... laten overplaatsen (in this case the person has had an active roll: he/she had himself/herself relocated). If you don't use 'me' here, the person seems to have relocated himself/herself and that would be incorrect, because that way it would suggest that they are the one doing the relocating and at the same time be the person that gets relocated.)
Omdat ik afgelopen zes maanden naar BME in Nederland laten overplaatsen, krijg ik al werk ervaring in Nederland. (Same error here: you need the auxiliary verb 'hebben': Omdat ik me in de afgelopen zes maanden naar BME heb laten overplaatsen ... it's essential to use 'in de' because if you didn't it would mean that the process would take six months. And even be in several phases. Now it means: somewhere in the last six months. You could also say: 'zes maanden geleden' which would mean that you relocated six months ago.
'... krijg ik al werk ervaring in Nederland' ... two mistakes: it need to be past tense, because you already have some work experience. So it should be 'kreeg' or even better: 'had' or 'heb' ('had' in case the situation was in the past, 'heb' if you want to say that you now have experience)

6.Tim moet volgende week zijn computer opnieuw laten installeren.

Tim heeft vorige week zijn computer opnieuw moet laten installeren. (Watch the combo: heeft ... moeten (the whole verb) laten installeren)
Omdat Tim vorige week zijn computer opnieuw moet laten installeren, heeft hij thuisgebleven. (In the first part you should've used 'moest' (past tense). In the second part you have several options:
- 'Heeft ... thuisgebleven' is not correct. The correct auxiliary verb is 'zijn' (is)
- Leave 'zijn' out and split the verb 'thuisblijven': bleef hij thuis)

7. Mijn ouders zijn nooit in Nederland.

Mijn ouders waren nooit In Nederland zijn.
Omdat mijn ouders nooit in Nederland waren, zijn zij naar Nederland voor mij komen bezoeken.

8. Tim neemt nu die nieuwe functie niet aan.

Tim heeft afgelopen week die nieuwe functie niet aanemen aangenomen.
Omdat Tim afgelopen week die nieuwe functie niet hebben heeft aanemen aangenomen, is heeft (he HAS more time on his hands) hij met meer vrije tijd.

9. Sinds maandag heeft zij geen tijd om de klant terug te bellen.

Sinds maandag had zij geen tijd om de klant terug te bellen. (Good)
Omdat zij sinds maandag geen tijd had om de klant terug te bellen had (right tense, wrong place), is haar baas boos met op haar. (This last one is a bit funny because it shows that you try to translate it from English. We don't say 'angry with', but literally 'angry on' somebody. To me 'with' has always been a strange combination. But I noticed that 'angry at' has gained some ground.

AlbertoHunter wrote: ↑Wed Oct 28, 2020 6:47 am I have been doing an exercise on Conjunctions. The first sentence is the given sentence and the instruction is to change the sentence to perfectum (past tense) and then make a sentence starting with the subordinate "omdat".

I hope I had done it right. There are twenty questions and I only did half of it. Thank you very much for checking for me.

1. Zij gaat aanstaande zaterdag met twee vriendinnen winkelen.

Zij is vorige zaterdag met twee vriendinen gaan winkelen.
Omdat zij vorige zaterdag met twee vriendinen is gaan winkelen, is zij op zondag uitrusten.appvalley tutuapp tweakbox


2. Mijn vriend haalt me vanmiddag van mijn werk op.

Mijn vriend heeft me afgelopen week van mijn werk ophalen.
Omdat mijn vriend afgelopen week van mijn werk heeft me ophalen, is zij laat naar huis aangekomen.

3. Tijdens hun reis dit jaar naar Thailand leren zij veel leuke mensen kennen.

Tijdens hun reis vorige jaar naar Thailand hebben zij veel leuke mensen leren kennen.
Omdat tijdens hun reis vorige jaar naar Thailand, hebben zij veel leuke mensen leren kennen.

4. Ik moet vanaond overwerken.

Ik ben gisteravond moet overwerken.
Omdat ik gisteravond moet overwerken, ben ik vandaag moe.

5. Ik laat me over zes maanden naar BME in Nederland overplaatsen.

Ik ben afgelopen zes maanden naar BME in Nederland laten overplaatsen.
Omdat ik afgelopen zes maanden naar BME in Nederland laten overplaatsen, krijg ik al werk ervaring in Nederland.

6.Tim moet volgende week zijn computer opnieuw laten installeren.

Tim heeft vorige week zijn zompuer opnieuw moet laten installeren.
Omdat Tim vorige week zijn computer opnieuw moet laten installeren, heeft hij thuisgebleven.

7. Mijn ouders zijn nooit in Nederland.

Mijn ouders waren nooit In Nederland zijn.
Omdat mijn ouders nooit in Nederland waren, zijn zij naar Nederland voor mij komen bezoeken.

8. Tim neemt nu die nieuwe functie niet aan.

Tim heeft afgelopen week die nieuwe functie niet aanemen.
Omdat Tim afgelopen week die nieuwe functie niet hebben aanemen, is hij met meer vrije tijd.

9. Sinds maandag heeft zij geen tijd om de klant terug te bellen.

Sinds maandag had zij geen tijd om de klant terug te bellen.
Omdat zij sinds maandag geen tijd om de klant terug te bellen had, is haar baas boos met haar.