Ik heb ... staan te wachten/staan wachten ?

[Femkee88]

Hoi taalliefhebbers

Ik heb een vraag aan jullie.
Als een voltooid deelwoord als hulpwerkwoord dient, verandert het in een infinitief ( volgens de IPP regel/effect).
Voorbeeld: Ik heb mijn zusje willen zien.
Wat gebeurt er met werkwoorden die altijd "te" hebben als ze als presoonsvorm dienen. Voorbeeld : Ik sta op de bus te wachten.
Hoe zal het in het perfectum moeten zijn ? Ik heb op de bus staan te wachten. Of Ik heb op de bus staan wachten.
Zijn er twee opties mogelijk en correct? Is het een regionaal verschil ?
ANS onderscheint nog een '''zwakke'' te ( gebruiken wij met zwakke/regelmatige werkwoordenen) en "sterke'' te (met sterke/onregemalige werkwoorden). Maar ik kan het niet helemaal begrijpen. Voorbeeld:
Ik heb gellukig niet lang hoeven wachten.
Ik heb gellukig niet lang hoeven te wachten.

Kan iemand mij helepn ?
Groetjes

[BrutallyFrank]

quote: "Hoe zal het in het perfectum moeten zijn ? Ik heb op de bus staan te wachten. Of Ik heb op de bus staan wachten.
Zijn er twee opties mogelijk en correct? Is het een regionaal verschil ?"
Volgens mij zijn beide opties mogelijk. Ik ben zelf geneigd om de eerste optie te gebruiken, maar of daar een regionaal verschil in zit, zou ik niet durven zeggen. Zou me niet verbazen als die eerste optie meer in het zuiden wordt gebruikt.

Bij het gebruik van 'te' + inifinitief zijn er verschillende categorieën in het gebruik te onderscheiden. Eentje daarvan is: Na de werkwoorden lopen, staan, zitten, liggen en hangen, wanneer er twee dingen tegelijkertijd plaatsvinden. (in werkelijkheid wordt er niet altijd echt gelopen of gestaan tijdens de andere handeling).

Voorbeelden:
- Ze staan al een hele tijd te wachten
- Hij zit te tekenen
- De man ligt nog te slapen
- De vlag hangt te wapperen

Dat 'sterk/zwak' zegt me ook niet veel.